P1 Radio
NL EN
Play
Mo & Tineke op 17.09.22 @Radboud, Nijmegen
Read more Feminist Assembly Radio: Mo en Tineke
Lees, kijk, luister

Interzone

Published 22.07.2016

Interzone bestaat enkel binnen een ongekaderde limiet en toch als een gemeenschappelijke plek van weerzien, een schuddend en trillend gebouw waar mensen in een instortende logica onderdak vinden, zich in onverwachte ruimtes wurmen. Golfplaat en gebarsten stoeptegels, onderhandelingen van graffiti op hekken, steeds opnieuw beschilderd door dezelfde mensen, die ze steeds weer opnieuw overspuiten. Achter deze muren heerst leegte en verlies; door de keukens, kroegen en toiletten hangt een waas van rook en stoom. De keuken ruikt hier naar een vreemd land.

In dit ondergrondse netwerk vind je de Interzone, een onvolmaakte utopie over de toekomst. Een plek waar alles klopt en toch voelt iedereen zich ongemakkelijk, omdat niemand ons serieus neemt. Deze tegenstrijdigheid maakt de banden sterker, mensen horen bij deze ontheemde gebieden, ze verhouden zich tot deze ruimtes en toch noemen ze het geen thuis. Iedereen is vertrokken en toch hebben we meer krediet nodig om de huur te betalen, we betalen een onberekenbare schuld, dus zoeken we naar een alternatief in de leidingen en de lijm onder de barsten in de verf, om te concluderen dat er geen alternatief is.

Er is geen toekomst en dit is waar we elkaar altijd zullen ontmoeten, in het wild waar geen regels zijn en niemand om ze te maken.

I

Op een dag… werd het gebouw gesloopt en liet het een lelijke gat en restant van psychisch puin achter.
Arnhem in de ochtend…
En zo… gingen de jaren voorbij. Elke woensdag, zonder uitzondering, kwamen P1 en P2 bij elkaar in het gebouw voor de lunch.
Eind november werd de Presikhaaf eindelijk afgebroken. Zelfs de structuur overleefde het niet; er was geen reden toe.

***
Dit is de plek waarvan we het verhaal vertellen.
Op deze specifieke woensdag, een beeld van het verleden, een stad in permanente staat van wederopbouw, de periferie van Arnhem, een gerucht dat wederopstanding beweerde, maar die telkens mislukte.
Een beeld van wat wij dachten dat het een stad in permanente opbouw was, toch is het altijd een ruïne geweest.

***
De muren die hen omringden, met nog enkele geschriften leesbaar op de achtergrond: "Omdat de mensheid heeft overleefd... kunnen we ons eigen verleden en de manier waarop we overleefden niet weigeren."
Sporen over sporen, van wat eens leven was op het gebouw.
Presikhaaf is gebouwd van het overblijfsel van ongewenste gebouwen, achtergelaten voor de anderen, en toch weer teruggekeerd tot afval.

***
P2 herkent zijn haar, de vormen van zijn gezicht.
Zonder zorgen en nog steeds met onuitgesproken vertrouwen verwelkomt ze hem zonder verbazing.
Aan de andere kant van hun ontmoetingsplek is nog de kapotgeslagen vlag van de verzetsbeweging te lezen: "Universaliteit, achteloosheid, oorlog, vorm, liefde, hoop, moed, autonomie, stelligheid, verzet". Woorden die vroeger zo'n brede betekenis hadden dat ze nu geen betekenis meer hebben.
Ze noemt hem zijn kleine buurman.

***
Dit jaar kwam de toekomst eerder dan verwacht, en de realiteit is slechts een handvol brokstukken, die niet lijken op het oorspronkelijke ontwerp en in de plaats daarvan slechts zijn afbrekende materialen blootleggen.

II

PRESIKHAAF

Door het geweld van de instorting heen kon je je vergapen aan zijn skelet in stralend koper en metaalschroot.
Het verscheen plotseling, het was er gewoon als een gewond dier, dat over decennia heen is blootgesteld en nu niet meer beweegt, roerloos.
Deze muren, we dachten dat onze meest waardevolle dingen eeuwig stand zouden houden, de eeuwigheid probeerde te bereiken, we dachten te kunnen ontsnappen aan hun onvermijdelijke val.
Over de doodse grijsheid van dit niet-bestaan was het de as van iets dat lang geleden verbrandde, nu dood, maar bijna alsof het opnieuw zou kunnen branden.

***
Ze ontmoeten elkaar eindelijk. Hoe vreemd het ook is om nu dichtbij een lichaam te komen, nabijheid tot iemand is altijd een risico, lichamen zijn vreemde massa’s vlees, ook al bezitten we er zelf nog een.
Een immens landschap van puin bedekt het zicht. Muren gestapeld op muren, bakstenen afgebroken. Een mist die niets anders is dan de rook van de betondeeltjes die rondzweven.

***
Net als inkt is zijn bloed te dik, hij wil vluchten naar zijn schuilplaats, zijn laatste hoop.
Houtplaten, die evengoed Ikea stoelen of een luxe, betaald over de loop der jaren, kunnen zijn geweest, nu is het slechts een abstract beeld dat alleen maar een suggestie van het verleden kan geven.
Stukken monolithisch beton en staal die tot ons proberen te spreken: wat zeggen ze? Wat ligt erin beklonken? Het is gewoon grijze materie.
De directe projectie van wat een consumptie-utopie zou kunnen zijn, spullen als vrienden, het is nu volgestort met vuile muren, een plamuur van tijd, kronkelende draden en spookelektronica.

***
Iets bevatte ooit een waarde, nu is het leeg. Een verlaten horizon, waardeloos en nog steeds wachtend om ontdekt te worden, in het moment dat we waarde vinden in onze eigen ijdelheid.
Een immens landschap van puin bedekt het zicht. Hij ruikt de mist, dat niets anders is dan de rook van de beton deeltjes die over de plek zweven.

***
Plaatsen zoals deze, geacht bewaard of gemummificeerd te zijn, als een soort bewoonbaar mausoleum, vallen buiten de verwachting.
Integendeel, ze worden steeds opnieuw in elkaar gezet, maar niet voor de behoeften van het moment, deze plaatsen kunnen de komst van de tijd dragen, maar ze zijn niet gemaakt om de voorwaarden ervan te weerstaan: de mensen en wat mensen doen.
Dit braakliggend terrein werd een gemeenschappelijk punt voor de aanhangers van het verouderde, de longen gevuld met zwarte stoffen die het vlees binnendringen, deze mensen stonden buiten de dromen en herinneringen van de opmars van het land -non-mensen die in non-plaatsen wonen, een maas in de tijd waar winst de echte rebellie werd.

***
Zo vreemd als het nu is om dicht bij een lichaam te komen, nabijheid tot iemand is altijd een risico, lichamen zijn vreemde massa's vlees, ook al bezitten we ze nog steeds.
Ze ontmoeten elkaar eindelijk.
Hij kan haar lichaam ruiken. Ze herkent zijn haar, de vormen van zijn gezicht. Zonder zorgen en nog steeds met onuitgesproken vertrouwen verwelkomt ze hem zonder verbazing. Boven de grond van Presikhaaf, zoals het grootste deel van de wereld, was het onbewoonbaar; er was slechts het gevoel van levenloze lichamen die rondliepen, gevoelloze lichamen dwalend door verschillende zones. De meesten verstopten zich, ze waren er niet, er was geen gevoel om te voelen, en het bewustzijn had geen aanwezigheid meer nodig.

***
Hij herinnert zich haar hals, haar nagellak, haar neus had hetzelfde rood maar er kwamen korstjes wit en bruin uit haar ogen. "Wat moet ik nu zeggen?", waarschijnlijk is zijn taal roestiger, maakt dat wat uit?
Ze gaan verder.
Lagen over lagen van betekenis, taal zonder grenzen, want taal ging ons wel te boven. Ogen ontvingen geen licht meer, projecties van de werkelijkheid zijn niet meer waar. De herinneringen aan een herinnering, die de hoeders waren van onze zintuiglijke aanwezigheid, zijn nu in lucht opgegaan.
Ze zijn zonder herinneringen, zonder plannen.
Proberen nog steeds iets te begrijpen van wat er komen gaat, hoe mensen zich nog tot elkaar kunnen verhouden zonder een interface die hun uiterlijk, hun rimpels, hun droge huid, hun gescheurde lippen kan maskeren.

***
Stukken monolithisch beton en staal die tot ons proberen te spreken: wat zeggen ze? Wat ligt erin beklonken? Het is gewoon grijze materie, een zandkorrel die is opgelost in de zee. Iets dat ooit een monetaire waarde bevatte, een liefdeswaarde, een dankbaarheidswaarde, nu is het leeg. Een gesprek bouwt zich pijnloos om hen heen. Ze zijn zelfverzekerd, zij ziet zijn haar, hij voelt haar ogen. Ze proberen de week in te halen.

III

Een ochtend in vredestijd, echte graven, echte voorwerpen, fetisjen van het verleden. Een enorm reclamebord waarop nu "PRSHKF" staat.
Het nieuws zei dat het de kinderen van de immigranten in de buurt waren die de rest van de letters in brand staken, nadat dat gebouw was afgebroken.
Zij geloofden die versie, zij bogen voor die versie, kijkend door de gordijnen van hun kantoren, was het daar een jungle, zij waren de incarnatie van vliegen die over de wereld naar ons eigen land vlogen, geladen met de geur van dood, onzekerheid en gevaar.
Misschien de geur van andere lijken, niet eens in de buurt, misschien van hun landen.
Ze proberen die plek te bereiken... "De Interzone".... een grot die zich vormde nadat het gebouw werd gesloopt. Aan de achterkant, gewoon daar, een stille onvriendelijke donkere plek.
Niemand wist hoe diep de interzone was, of dat het verbonden was met de kelder van Presikhaaf. Het was er gewoon, het verscheen gewoon, een ongrijpbaar gevoel.

***
Toen ze het eenmaal vonden, gingen ze door de spleet van een verbrijzelde stalen container, de enige verbinding van buiten naar zijn dieprode binnenkant, bijna alsof ze wisten dat de binnenkant rood was, zoals het vlees van een lijk.
Het was het licht van "A", het laatste overblijfsel van de twee AA's van het rode Presikhaafse reclamebord.
De andere "A" was volledig opgeblazen, ergens met de resten van de ruïnes vermengd. Deze "A" was de laatste reliek van een vreemde cultus.
Nu de oppervlakte van de buurt niet afgeschermd en gevaarlijk was, was de interzone hun enige schuilplaats; de "A" een mystificatie.
De cultus van de "A", het onverklaarbare rode licht straalde nog steeds, ook zonder elektriciteit.

***
Deze interzone was de plaats voor vele moderne rituelen, de spiritualiteit van het unheimische en karakterloosheid. Door het nieuws verteld als vijandige ceremonies, zonder hoop, zonder doel of streven. Het intense rode licht, zo geconcentreerd, inspireerde alle buren, buitenstaanders en non-mensen om te doen wat vreemden doen: lijmsnuiven, verf spuiten, hun ogen uitpuilend, op de grond schijtend en spontane orgieën vieren. De interzone eiste dit.
Nadat ze door een gang van verbrijzeld beton en door verstopte naar stront stinkende leidingen waren gekropen, kwamen ze bij de "A", ze waren alleen, hij zag haar ogen weer, ze glimlachte. Zij waren het weer. Ze keken naar de "A", ze wisten dat ze die terugkeek. Maar ze vertrouwden het. Het was nagenoeg een heilige, een opslagplaats van een of andere illusie, misschien een droom van optimisme. Een rekwisiet uit een film over utopia.

INTERZONE maakte deel uit van Everything Here Still Seems to be Under Construction and Is Already a Ruin; een residentie van tweeënhalve maand op uitnodiging van Claudia Schouten, van half mei tot eind juli 2016. Tijdens deze residentie heb ik vele soorten media omarmd om te communiceren met de architectuur en de buurt van stadsdeel Presikhaaf. Van tekeningen, video's, collage, geluid, tot gesproken woord, sculpturen en installatie. Deze residentie had zijn eerste resultaat in een korte actie, in een cluster van verschillende samenwerkingen met het netwerk van vrienden van Locatie Spatie dat Motel Spatie omringde. Als alternatief viel dit samen met het creëren van een interzone: een installatie gebouwd in een vuilcontainer, waarin ook de bovenstaande tekst werd voorgelezen. Deze werd geplaatst in de garage aan de achterkant van de Spatie ruimte, die ik beschouw als de kern van het Winkelcentrum Presikhaaf gebouw. Het doek ging omhoog op 22 juli om 19.00 uur, om deze Interzone de volgende ochtend weer te laten verdwijnen en terug te keren naar de woestenij van Arnhem.

Vertaling: Nathalie Hartjes

Erik's text werd uitgegeven in Interzone, een publicatie als laatste adem van het onderzoek naar de ruïnes van Presikhaaf. Gecureerd en uitgegeven door Claudia Schouten voor Motel Spatie.

Erik Tlaseca - Presikhaaf, 2016 - 2022

Tussen 2016 en 2022 onderzocht Erik Tlaseca (Mexico) tijdens vijf verschillende residentieperiodes Presikhaaf als canvas voor nieuwe site-specific werken.

Met de BG 22-23 rondt hij dit zes jaar lange artistieke onderzoek af met een nieuwe site-specific 3-channel video-installatie. Dit werd gecombineerd met tekeningen en teksten die hij maakte in de zomer van ´22 op locatie in Presikhaaf, heen en weer pendelend tussen Arnhem en de Documenta 15 in Kassel waaraan hij deelnam.

Zijn werk voor de BG 22-23 is gemaakt en wordt getoond in een kelder van 400 vierkante meter uit 1965, midden in de wijk Presikhaaf, als onderdeel van de groepstentoonstelling in Arnhem. De verwachte openingsdatum wordt later bekend gemaakt. De ruimtes worden nu opgeknapt, brandveilig en publieks- en rolstoeltoegankelijk gemaakt. Meer informatie volgt.